Dat starters op de woningmarkt hulp kunnen gebruiken, daar is de politiek het wel over eens. Hoewel meer starters het afgelopen jaar een woning kregen, blijft het voor velen lastig. De huizenprijzen zijn nog altijd torenhoog en de rente is fors gestegen. Partijen denken verschillend over hoe ze de wooncrisis moeten aanpakken. Hun maatregelen kunnen bovendien ongewenste neveneffecten hebben en klinken soms makkelijker dan ze zijn.
De partijen maken grofweg twee keuzes: starters de woningmarkt op sturen met meer geld of meer geschikte huizen voor starters (ver)bouwen. Vooral dat laatste vinden partijen aantrekkelijk. Onder meer GroenLinks-PvdA, NSC en de VVD willen meer geschikte starterswoningen. Veel alleenstaanden die een huis willen, vinden op de markt vooral gezinswoningen of groter. GroenLinks-PvdA wil bovendien het kamertekort onder studenten aanpakken.
Het ombouwen van bijvoorbeeld kantoren naar starterswoningen is ook een optie voor onder meer de VVD, D66, en Partij voor de Dieren. Dat lijkt aantrekkelijk. Vorig jaar stonden ongeveer 220.000 panden leeg. Toch klinkt het makkelijker dan het is. In 2022 werden er ruim 9500 panden getransformeerd tot woonruimte, fors minder dan in 2018 en 2019 toen er jaarlijks nog ruim 12.000 nieuwe woningen bijkwamen door transformatie. Volgens hoogleraar woningbouw aan de TU Delft Peter Boelhouwer is “het laaghangend fruit wel geplukt”, zei hij tegen de NOS.
Iets anders wat bijvoorbeeld de VVD wil, is de leennormen voor starters verruimen. De partij wil ook verder met het Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen en het mogelijk zelfs uitbreiden. Via dat fonds, waar voor komend jaar 70 miljoen euro in zit, kunnen starters die tot twee keer modaal verdienen een lening krijgen van maximaal 50.000 euro. Ook Volt wil het fonds uitbreiden, zonder te zeggen met hoeveel.
Het klinkt misschien goed om de leennormen voor starters te verruimen, maar daar zitten wel risico’s aan. Experts waarschuwen dat het de huizenprijzen opdrijft. Per saldo is een starter dan amper beter af: wat iemand meer kan lenen, valt zowat weg te strepen tegen de gestegen huizenprijzen. In een gesprek met het ANP benadrukt Boelhouwer dat zowel linkse als rechtse oplossingen sámen nodig zijn. Ook de verdere afbouw van de hypotheekrenteaftrek kan de positie van de starter verbeteren, zegt hij. Hetzelfde geldt voor het belasten van overwaarde bij verkoop: dat dempt de huizenprijzen, waardoor starters er makkelijker tussenkomen. (via ANP)