
Het kabinet gaat afdwingbare afspraken maken over de snelle realisatie van nieuwe en betaalbare woningen. Deze prestatieafspraken worden gemaakt met provincies, gemeenten, corporaties en marktpartijen. Aan het einde van het jaar moet duidelijk worden hoeveel woningen er jaarlijks in elke regio bij moeten komen. Dat staat in de Nationale Woon- en Bouwagenda en het Programma Woningbouw.
Vóór 2031 moeten 900.000 nieuwe woningen worden gebouwd. 250.000 daarvan moeten sociale huurwoningen worden, 350.000 worden voor de middenhuur en betaalbaare koopwoningen. Eind dit jaar moeten er niet alleen voor elke regio concrete aantallen op papier staan. Inclusief afspraken wat voor type woningen, in welk segment en op welke locaties. Nog vóór de zomer worden op basis van indicatieve aantallen voor iedere regio de bouwopgave vastgesteld.
Vanaf 2024 moet de productie op 100.000 woningen per jaar liggen. Daar worden ook de jaarlijkse 15.000 zogenoemde flexwoningen bij opgeteld, waar mensen tijdelijk wonen en uiteindelijk uit doorstromen naar een reguliere woning, als ook de 15.000 winkels en kantoren die tot woonruimte worden omgebouwd. (via ANP)