Oppervlaktebehandeling ontrafeld

Rik van Thiel, Louis Kortekaas en Nick van Veghel

De kennis over oppervlaktebehandeling in onze sector is over het algemeen vrij beperkt. We hebben daarom een aantal experts aan tafel uitgenodigd om meer inzicht te verkrijgen in het thema oppervlaktebehandeling. Welke mogelijkheden zijn er? Wat zijn de voor- en nadelen van de verschillende technieken en waarom is onderhoud zo belangrijk? Kortom, genoeg gespreksstof voor een interessante discussie.

We beginnen de ronde tafel sessie met de trends in gevelbekleding. Welke aanvragen krijgen de heren experts aan tafel op hun dagelijks bordje? Remco Baartmans constateert twee belangrijke trends in de bouw. “Enerzijds de visie van truth to materials, het gebruik van echte materialen, zoals aluminium, staal of beton. En ook laten zien dat je deze materialen gebruikt. En ten tweede duurzaamheid.” Het gebruik van strekmetaal in de gevel neemt volgens Rik van Thiel ook zienderogen toe. “Dat past helemaal in de trend van duurzaamheid, recyclebaarheid en de circulaire economie,” zegt hij. Dat ervaart ook Sven Brinkman en hij ziet ook dat nieuwe materialen, zoals composiet, snel in zwang zijn geraakt. “Met dit materiaal zien we nu behoorlijk veel problemen ontstaan, met name bij gel coat composite.”

Metalen schil

Remco Baartmans: “Het anodiseren van strekmetaal als product gaat uitstekend. Je hebt geen last van kantendekking en het benadrukt nog een keer het metalen karakter van het materiaal. Door de glans van het materiaal zelf in combinatie met anodiseren krijg je een mooie metalen schil. Daarnaast is het ook nog heel duurzaam en speelt het eigenlijk in op beide trends; duurzaamheid en laten zien waarvan het materiaal gemaakt is; truth to materials. In dat kader zijn we aan het overwegen om de garantietermijnen op de kleurprocessen nog eens te herzien. Met andere woorden, welke kleurprocessen we moeten promoten in de markt op het gebied van duurzaamheid? Dus, welke kleuren zijn honderd procent UV-bestendig en hebben een verwachte levensduur van meer dan 75 jaar? Daarover is in de markt weinig bekend, er zijn ook weinig onderzoeken naar gedaan.” Volgens Rik van Thiel zou je dergelijke onderzoeken in de keten moeten oppakken, samen met andere bedrijven. “Ook met leveranciers van gevelsystemen.”

Kleuren

Bij anodiseren ben je redelijk beperkt in kleuren, met de techniek van poedercoaten kun je alle kanten op, zegt Louis Kortekaas. “En dat gebeurt dan ook. Beperkten architecten zich in het verleden tot de RAL-kleurenwaaier met zo’n 200 kleuren, inmiddels hebben ze wel duizenden kleuren ter beschikking. We zien dan ook steeds meer vraag naar specifieke kleuren. Daarbij zijn ook de structuurlakken erg in trek.” Dat constateert ook Rob Bergmans: “Architecten willen zich steeds meer onderscheiden, met name door andere kleuren. Ons poedermagazijn wordt steeds groter. Ook het aantal verschillende poederleveranciers, die inspelen op de kleurentrend door steeds kleinere batches voor een redelijke prijs te leveren. Daarnaast is er steeds meer vraag naar de Qualicoat klasse 2 poeders, de super durable poeders.”

Bij de techniek van anodiseren wordt volgens Remco Baartmans het beperkte kleurassortiment steeds verder uitgebreid met UV-bestendige kleuren of kleuren met een zeer hoge UV-bestendigheid. “Het assortiment wordt dusdanig uitgebreid dat de architect meer keuze heeft, echter wel met behoud van het metaalkarakter. Denk dan aan grijs, blauw, antraciet en groen. Daarnaast zijn ook veel rood- en kopertinten in trek. De meeste van die kleuren komen voort uit de vraag van de markt.”

OR_Eindhoven-22
vlnr: Remco Baartmans, Nick van Veghel, Sven Brinkman, Louis Kortekaas, Ramon van Dongen, Rob Bergmans, Rik van Thiel

Verouderde technieken

Sven Brinkman constateert veel problemen met groen geanodiseerde producten. Remco Baartmans antwoordt resoluut: “Dan heb je het over de techniek van anodiseren met pigmenten; dat is een heel andere techniek en die is ook al meer dan veertig jaar oud. En inderdaad, bij deze techniek kan verkleuring optreden. Er wordt niet voor niets slechts zes jaar garantie op kleurechtheid afgegeven. En de eigenaar van een pand zou daarover ook geïnformeerd moeten zijn. Met de laatste nieuwe anodiseertechnieken kan prima een UV-bestendige groene tint worden bereikt. Er zit dus wel degelijk kwaliteitsverschil in de verschillende technieken.” Brinkman: “Daar waar producenten testen met UV om kwaliteit aan te tonen, vergeten zij dat in de exploitatiefase door derden het onderhoud wordt gedaan. Onderhoudsfrequenties, verkeerde producten voor reiniging en of bescherming, foute technieken om producten te verwerken zijn dagelijkse aanvallen op de o zo kunstig gemaakte kwaliteitsgevelelementen. Die gevolgen zien wij dagelijks,” zegt Sven Brinkman.

“Ik nodig graag de mensen hier aan tafel uit om hun materialen live te zien, nadat ze zijn beschadigd. En veel komt echt alleen maar door dat er niet projectgericht wordt gedacht met betrekking tot het onderhoud, en dat er geen correcte onderhoudsinstructies zijn opgegeven.”

Voor- en nadelen

De kleur goud is een ander verhaal. Baartmans: “Een goudtint kleurt na verloop van tijd enigszins licht op.” Ook bij poedercoaten zijn er kleuren, denk aan roodtinten, die op den duur gaan verkleuren. Ieder proces, zowel anodiseren als poedercoaten heeft dus zijn voor- en nadelen. Volgens Remco Baartmans zouden de verschillende eigenschappen beter belicht moeten worden. “In de basis ontbreekt het al aan een goed onderwijssysteem over oppervlaktetechniek,” zegt Rik van Thiel. “Er is slechts in Nederland een zeer beperkt aantal studenten die zich daar in verdiept.” Bestaande kennis wordt bovendien niet geactualiseerd, vult Sven Brinkman aan. “Veel onderzoeken en aannames dateren nog uit de tijd van de zwart-/wit televisie.” Gelukkig staan oppervlaktebehandelende bedrijven wel in voor de kwaliteit die ze leveren. Rik van Thiel: “Door aan te kloppen bij een gecertificeerd oppervlaktebehandelaar (Qualisteelcoat, Qualicoat, Qualanod) ben je verzekerd van een goede kwaliteit. Bij een ‘cowboy om de hoek’ is dat nog maar de vraag.” Rob Bergmans stelt dat hij als poedercoater altijd eerlijk advies geeft. In sommige gevallen adviseren we te kiezen voor anodiseren.” Ook Remco Baartmans kan dat beamen.

Gebrek aan kennis bij architecten

Bij de keuze van een oppervlaktebehandelingstechniek voor een gevel van een project, is het van belang dat het hele ontwerp in combinatie met de locatie in ogenschouw wordt genomen, vindt Rik van Thiel. Sven Brinkman: “Architecten, constructeurs en gevelbouwers hebben vaak helemaal niet in de gaten wat bijvoorbeeld weersinvloeden voor effect hebben. Men beseft ook niet wat voor effect de locatie kan hebben op het materiaal. Denk aan projecten aan de kust, in een industriegebied of langs een spoor, het heeft allemaal effect op de kwaliteit van de gevel.” Rob Bergmans: “Het begint inderdaad al bij de architect die beter geïnformeerd moet worden en ook open moet staan om zich beter te laten informeren.” Rik van Thiel vult aan: “Vereniging ION organiseert jaarlijks een groot aantal techniek- en kennisdagen, dir jaar gekoppeld aan de beur Surface in Den Bosch, een 3-daagse conferentie over oppervlaktetechnieken. Helaas moeten we constateren dat de animo onder architecten bedroevend laag is, terwijl voor de industrie juist samenwerking zo ontzettend belangrijk is.” Volgens Louis Kortekaas is het altijd de architect die met de scepter zwaait. “De architect bepaalt. Als hij het zo wil hebben, kunnen wij praten als Brugman, maar het heeft vaak geen effect. Toch zouden veel problemen uit de praktijk voorkomen kunnen worden als architecten met de gehele keten contact zouden hebben.”

OR_Eindhoven-15
Rik van Thiel en Louis Kortekaas

Fantasie de vrije loop

Rik van Thiel constateert een belangrijke trend in de hele bouwkolom. “In het kader van duurzaamheid en multi-inzetbaarheid van gebouwen zien we geen dragende gevels meer. Gevels kunnen dus uitwisselbaar worden gemaakt. Hier kunnen metaalverwerkende bedrijven prima op inspelen. Denk aan concepten voor het leasen van een gevel. Na vijftien jaar neem je hem in, zodanig dat je hem elders weer kunt inzetten.” Rob Bergmans kan dat beamen: “Dergelijk initiatieven zijn het resultaat van de grote leegstand van kantoren. Ook het Philips-gebouw in Eindhoven is daar een voorbeeld van; het staat al een jaar helemaal gestript klaar. Pas als er een huurder is gevonden, wordt een bepaalde gevel gemonteerd en wordt de inhoud van het gebouw bepaald.” Rik van Thiel: “Het adaptief vermogen van een gebouw moet sterk verbeteren, zodanig dat het voor meer toepassingen geschikt is. Er wordt tegenwoordig gerekend met een economische levensduur van slechts tien tot vijftien jaar om vervolgens weer een andere functie in te kunnen innemen. De Rijksgebouwendienst heeft bepaald dat alle gebouwen die ze überhaupt nog gaan bouwen als kantoor ook een woonfunctie moeten kunnen bieden. Je ziet dus de multifunctionaliteit toenemen. Met anodiseren en coaten kun je daarin de fantasie de vrije loop laten gaan; werkelijk alles is tegenwoordig mogelijk. Heel veel althans, nuanceert Van Thiel enigszins.”

Onderhoud

Ook de kennis op het gebied van onderhoud aan de gebouwschil is beperkt, meent Sven Brinkman. “Mensen denken bij onderhoud veelal in glasbewassing en snappen niet dat aluminium en rubbers eigenlijk nog meer onderhoud nodig hebben. Dit zijn de zwakkere materialen in de gevel ten opzichte van het glas. Men heeft weinig kennis om het materiaal esthetisch te onderhouden. Geanodiseerd werk, wat beschadigd is in bouwfase, kan op locatie niet meer worden geanodiseerd. De aangevreten structuur is niet meer te herstellen. Voor poedercoaten idem dito. Toch ontstaan veel schades nog tijdens het bouwproces of door slechte reinigingsmethodieken. Een advies om te onderhouden, wordt niet meegegeven door de industrie,” merkt Sven Brinkman op. Zo’n projectgebonden schoonmaakvoorschrift ziet Remco Baartmans nog niet gebeuren. Rob Bergmans: “Onderhoudsvoorschriften worden door VMRG gedicteerd, maar verder gaat het inderdaad niet. Ik merk ook dat de behoefte om gevels erg stringent te reinigen verslapt. Auto’s veroorzaken minder uitstoot, dus reinigen kan ook uitgesteld worden. Schoonmaken is tot nu toe de kapstok van de garantie.” De garantie op veel verven geldt alleen op de filmlaag en niet meer op gehele systeem, zegt Kortekaas. “Misschien moeten we ons als poedercoaters wel afvragen of we de garantie misschien heel erg kort moeten houden? Wat dat betreft steekt onze sector ietwat vreemd in elkaar. In de automotive industrie krijg je bij de allerduurste modellen een garantie op de laklaag van hooguit drie jaar, terwijl in onze sector tien tot vijftien jaar vanzelfsprekend moet zijn. En dat terwijl de auto bestaat uit speciaal staal een zinklaag, Kataforese en diverse verflagen. In onze industrie is dit hooguit 1 of 2 lagen poedercoating.”

Cradle to cradle

Anodiseren is een duurzaam proces. De sporen die worden aangebracht met anodiseren zijn volgens Remco Baartmans niet terug te vinden in de legering van het aluminium. “De interferentietechniek werkt op een lambda-schaal en is gebaseerd op het wijzigen van de verzadingsgraad van lichtstralen. Het is dus zeker niet zo dat we vreemd, vervuilend metaal aanbrengen. De oxidehuid heeft een glasachtige structuur. Doordat deze laag transparant is, kunnen we gaan spelen met kleur. Anodiseren is dus met recht een duurzaam proces. Vanuit duurzaamheidsaspect zouden we eigenlijk alles dat geanodiseerd gaat worden, ook moeten polijsten, want aan gepolijst materiaal hangt nu eenmaal minder ‘vuil’, zegt Remco Baartmans terecht. “Dat brengt wel met zich mee dat het eindresultaat glanst. Zeker in Nederland is men daar geen voorstander van, in tegenstelling tot de zuidelijke landen waar alle gevelprofielen standaard worden gepolijst, zelfs na anodisatie nog. Dan ontstaat een soort emaille-achtige finish. Puur technisch gezien is het een uiterst sterke combinatie. In de gevelbouw brengt het wel veel problemen met zich mee, omdat de bouwkolom niet gewend is aan gepolijste producten. Je moet heel veel inzicht hebben en kennis van het materiaal.” Louis Kortekaas: “In de zuidelijke landen bouwen ze ook anders. Wij moeten de ramen en deuren al plaatsen, nog voordat er ook maar één steen wordt gemetseld. In andere landen wordt eerst de ruwbouw gerealiseerd en pas op het laatste moment de ramen en gevels gemonteerd.”

OR_Eindhoven-7
Sven Brinkman

Afval lozen op riool

Ook poedercoaten is een duurzaam proces, vervolgt Louis Kortekaas. “We hanteren geen processen waar gevaarlijke stoffen vrijkomen. Het is geen chroom 6 wat wij gebruiken. Ook niet in de voorbehandeling.” Remco Baartmans gaat nog een stap verder: “Anodiseerbedrijven leveren zelfs een belangrijke grondstof voor de waterzuivering, en dat is Aluminaat uit het beitsbad. Al wordt hier verschillend naar gekeken van bedrijf tot bedrijf. Wij voeren het af naar Duitsland, daar wordt het opgewerkt tot een defosfateer-product om linea recta naar de waterzuivering te gaan. Het is best interessant om te overwegen om het rechtstreeks in de riolering te laten lopen, want dan komt het rechtstreeks bij de waterzuivering terecht.” Ramon van Dongen: “Dat doen wij al. Je ziet dat hiervoor in Nederland lokale regels zijn opgesteld.” Rob Bergmans:Alleen de overspray aan poeders wordt separaat afgevoerd. We zitten recht tegenover DAF. Zij produceren chemicaliën die wij weer compenseren in de riolering. Dat doen we al dertig jaar.” Kortekaas: “Het is vaak de algehele opvatting dat bedrijven in oppervlaktebehandeling vervuilend zijn, maar eigenlijk kan alleen de voorbehandeling milieubelastend zijn. Anderzijds, zou je niet aan oppervlaktebehandeling doen, heb je iedere twee jaar een nieuwe pui nodig. Je hebt dus een klein beetje chemie nodig om iets heel lang te verduurzamen.”

Energieverbruik

Rik van Thiel: “Bijna overal is de circulaire economie in de metaalbewerkende bedrijven heel sterk doorgedrongen. Er ontstaat heel weinig tot geen afval, maar allemaal grondstoffen voor volgende processen.” Louis Kortekaas plaatst daarbij wel een kanttekening: “In onze sector wordt niet alleen chemisch voorbehandeld, maar ook mechanisch. Bij dat laatste wordt een geringe hoeveelheid afval gecreëerd. Vooral bij het stralen van staal. Al zijn hier ook ontwikkelingen gaande om dit opnieuw te gebruiken. Het zand dat vrijkomt, wordt reeds hergebruikt bij de productie van stenen. Kortom, de industrie is druk bezig om van het afval een bijproduct of grondstof te maken.” Rob Bergmans maakt ook nog even een zijsprong naar het energieverbruik. “De oppervlaktebehandelende bedrijven zijn steeds minder energie gaan verbruiken.” Kortekaas verduidelijkt een en ander met cijfers: “Elk jaar wordt de doelstelling wel behaald door 2 tot 3 procent minder energie te gaan verbruiken.” De industrie van oppervlaktebehandelende bedrijven is dus met recht een moderne industrietak te noemen. In alle opzichten, zegt Rik van Thiel tot besluit.