Interessante uitdagingen voor Belgische gevelbranche

Het jaar 2017 loopt bijna op zijn einde. Een mooi moment om eens vooruit te blikken naar het nieuwe jaar en mogelijk nog iets verder. Deze keer hebben we een aantal Belgische experts uitgenodigd aan tafel om te vertellen over de trends, innovaties en uitdagingen als het gaat om de façade in al haar facetten. Ook met het oog op het bouwen volgens de BEN-principes (bijna-energieneutraal) dat vanaf 2021 de standaard wordt in Vlaanderen. Al met al weer genoeg stof voor een boeiende discussie die ook zeer interessante tips opleverde.

Eddy Baele constateert bij architecten meer en meer een voorkeur voor anodisatie, waarbij de natuurlijke uitstraling van het aluminium blijft behouden. Ook Frank De Cock kan dat bevestigen: “Ook op het gebied van coatings is er absoluut meer vraag naar een anodisatielook. Zo hebben we recent een nieuw pakket gelanceerd dat een ‘copy-paste’ is van de echte natuuranodisatie en in verschillende tinten verkrijgbaar is. Het pakket slaat heel goed aan. Dat heeft vooral te maken met de charme van anodisatie, de rustige uitstraling daarvan.” Stephan Rogge ziet juist het omgekeerde gebeuren. “Ons gevelconcept baseert zich op een combinatie van hout en aluminium, waarbij hout primerend is. We zijn gestart met een behoorlijke voorraad aan geanodiseerd aluminium, maar dat slaat niet aan. Voor de keren dat toch een anodisatiekleur wordt gevraagd, gaan we kijken welke kleur daar het dichtst bij aansluit in poederlak.”

Staal en aluminium
Met de uitstraling van ons gevelsysteem volgen we vanzelfsprekend de wens van de architect of bouwheer, vervolgt Eddy Baele. “Dikwijls moeten we aansluiten op de oppervlaktebehandeling van het raam. Dat kan zowel anodisatie als poederlakken betekenen. De twee systemen hebben voor- en nadelen. Vooral bij anodisatie kan kleurverschil tot issues leiden. Bovendien is het mee anodiseren van de zaagkanten ook een uitdaging.” Frank De Cock: “Met coatings is de kans op kleurverschillen veel kleiner. Een champagnekleur is een ramp met kleurverschillen in echte anodisatie in tegenstelling tot dezelfde kleur in poedercoating. Een ander voordeel van coatings is dat de architect ook staal als materiaal kan gaan gebruiken en dat kan laten lakken in een anodisatielook. Dat geeft de mogelijkheid om zowel delen van het gebouw te realiseren in aluminium als combinaties in staal te doen. Onze industrie heeft zich de laatste jaren enorm verdiept in de anodisatiekleuren. Enerzijds omdat er vraag is naar het unieke effect en anderzijds vanwege de nadelen van chemische anodisatie ten opzichte van een coating. De kwaliteit van aluminium is voornaam, de voorbehandeling en nadien het coatingsysteem om uiteindelijk een systeem te hebben wat in tijd mee kan gaan tot wel 50 jaar.”

Hout
De ramp bij de Grenfell Tower in Londen heeft de problematiek van brandreactie op de gevel hoger op de agenda gezet. “Het is jammer genoeg een materie die door te weinig architecten gekend is, waardoor architecten mogelijk geneigd zijn bijvoorbeeld geen hout (meer) te kiezen voor de gevelbekleding,” meent Stephan Rogge. “Voor een open gevelbekleding is het inderdaad zeer lastig om te voldoen aan de vigerende brandreactie reglementering, omdat de luchtspouw een schouweffect creëert. Hiervoor geldt dan ook een andere normering dan voor een gesloten gevel. De voorkeur voor een open houten gevelbekleding heeft vaak een prijstechnische reden; daar waar lucht zit, zit geen hout. Het op een goede manier toepassen van een open houten gevelbekleding vraagt kennis. En die is er vaak niet. Houten gevelbekleding is meer dan planken schaven…. Laat u daarom bijstaan door een partij die op de hoogte is van de reglementering en veel meer kijkt naar de totaliteit. Voor bepaalde projecten kan het zijn dat hout geen goede oplossing is. Weet dus voor welke toepassing hout geschikt is. Het voordeel van onze Woodface® is dat het zich als een gesloten houten gevelbekleding manifesteert, maar de indruk wekt van een open lattenwerk met aluminium als ‘schaduwvoeg’ en is conform brandreactieklasse Ds2d0. Het valt dus ook onder de normering van een gesloten gevelbekleding en niet onder het open lattenwerk dat op vandaag zeer lastig wordt. Voor ons is de problematiek van brandreactie dus ook een opportuniteit.”

Kennis
Jim Wuyts: “Brandveiligheid, luchtdichting, waterdichting,… het probleem vandaag is dat de kennis vaak ontoereikend is in de markt. “Er wordt zoveel geïnnoveerd, er komen bijna dagelijks nieuwe producten en technieken bij en ook de regelgeving verandert constant. Dat maakt dat de architect tegenwoordig niet altijd meer mee kan zijn. Er is dan ook meer en meer nood aan specialisten die deze kennis kunnen leveren. Momenteel is alles nog teveel versnipperd, met meerdere partijen die een deel van de luchtdichting of brandwerendheid uitvoeren. Zonder duidelijke verantwoordelijkheden.” Stephan Rogge kan dat bevestigen: “Het bouwproces is de afgelopen tien jaar veel complexer geworden. Alles wat te maken heeft met EPB, isolatie, ventilatie,… het is allemaal veel complexer geworden. Er is zelfs al een aparte werkgroep opgericht binnen het WTCB om gezamenlijk tot een oplossing te komen voor discussies tussen enerzijds de isolatiewaarde en anderzijds de ventilatie waar ze zelf niet uit geraken.” Jim Wuyts: “In tien jaar tijd, sinds de start in 2006, is de regelgeving inderdaad heel hard verstrengd, maar er zitten een aantal consequenties aan de graduele verstrenging van de normering. Vroeger leverde dit weinig problemen op. Een gevel die open was, tja, als het buiten waaide, waaide het binnen ook. Nu wordt er steeds dichter gebouwd, maar het grote nadeel is dat de overblijvende kieren extra vochtgevoelig zijn. Met alle risico’s van dien. En dat terwijl deze laatste stap vandaag perfect en zonder veel extra kosten kan gebeuren. Daar moet veel meer aandacht voor komen. Ook de architect moet daar duidelijker zijn stempel op drukken.”

Marktdominantie
Door die enorme hoeveelheid aan keuzes en variaties in producten kunnen architecten het ook niet weten, meent Eddy Baele. “Ze hebben steun nodig van leveranciers. Maar zelfs dan is het moeilijk. We zijn op onze beurt geen gevelbouwer, dat is weer een ander specialiteit. Evenwel, in het totaalplaatje, de detailafstemming met de andere materialen in de gevel, kunnen we technisch wel een bijdrage leveren, voornamelijk door het aanreiken van principedetails gebaseerd op onze ervaringen.” Stephan Rogge: “Vijftien jaar geleden was het allemaal veel makkelijker met vooral baksteen als gevelmateriaal. Een groot aantal nieuwe gevelmaterialen zijn er sindsdien bijgekomen en hebben geknabbeld aan het marktpotentieel en de marktdominantie van baksteen. Op een bepaald moment heeft de baksteensector ook de kaart getrokken van productontwikkeling en innovatie en bieden zij nu ook meer variatie. Een mooie ontwikkeling. In navolging van het specialisme van de metsers is er vandaag nood aan een opleiding die specifiek te maken heeft met de realisatie van de gevel, de buitenschil van een gebouw in al haar variaties. Dit om een groot aantal problemen waar wij elk afzonderlijk aan tafel mee geconfronteerd worden te kunnen elimineren.” Ook Jim Wuyts ziet dat wel zitten en is van mening dat het de kwaliteit zeker ten goede kan komen.

Luchtdichting
Ondanks het gebrek aan kennis en talloze redenen om het niet te doen, wordt luchtdichting toch steeds belangrijker, zeker met het oog op 2020. “Het is spijtig dat de regelgeving nog niet zover is dat je als bouwheer moet bewijzen dat bijvoorbeeld elk appartement in een nieuwe appartementenblok individueel voldoet, zegt Jim Wuyts. “Dus dat je een attest geeft aan de koper, bewoner, huurder of gebruiker voor hun eigen appartement. Momenteel bestaat het risico dat men zich vooral focust op het goed uitvoeren van die appartementen, waarvan men ‘weet’ dat ze aan een blowerdoortest onderworpen zullen worden. En wat met alle anderen appartementen? Dat weet niemand, ook de kopers niet. Er zal dus opgelegd moeten worden dat alles individueel getest wordt, en daarin zal het nieuwe S-peil zeker soelaas bieden. En voor de rest raad ik steeds iedereen aan een testrapport te vragen voor hun eigen appartement of woning.”

Qualicoat
Op het gebied van regelgeving bij coatings is het beter geregeld, meent Frank De Cock. “Qualicoat is een internationale richtlijn die duidelijk het coatingsysteem en de applicatie daarvan omschrijft. Controles worden uitgevoerd door onafhankelijke instanties, zowel bij de lakfabrikant als bij het applicatiebedrijf én op momenten die niet vooraf aangekondigd zijn. Positief aan dit verhaal is dat de hele industrie samenzit in technische commissies en samen de specificaties vorm geven en waar nodig finetunen. Wijzigingen worden door de volledige branche geaccepteerd en besproken. Qualicoat is eigenlijk begonnen vanuit België, een initiatief van wijlen Georges de Colfmaeker van Alural in de Aluminium Painting Association. Inmiddels is het een internationale norm die wereldwijd gedragen wordt van Amerika tot aan China. De norm omschrijft heel duidelijk wat je van een coating mag verwachten en hoe je deze moet aanbrengen om tot een goed eindproduct te komen.” Evenwel, de bouwheer durft het resultaat soms wel eens heel individueel te benaderen, weet Eddy Baele. “Hij pakt soms een vergrootglas en heeft geen boodschap aan de normering, zoals een product op een afstand van 5 meter en onder hoek van 60 graden bekijken.”

Onderhoudstip
Een kwalitatief product is één, de kwalitatieve uitstraling behouden is twee. Volgens Eddy Baele schort het vaak aan het onderhoud. “Een gepoederlakte of geanodiseerde aluminium gevel is niet onderhoudsvrij, maar onderhoudsvriendelijk. Deze zou minstens effectief twee keer per jaar gereinigd moeten worden. Dat gebeurt spijtig genoeg bijna niet.” Ook Frank De Cock kan dat beamen: “De lak op een raam is exact hetzelfde als die op een wagen. De wagen gaat regelmatig door de carwash, maar het reinigen van de gevel wordt ‘vergeten’. Als er al wordt gereinigd worden vaak ook nog foute reinigingsmiddelen gebruikt. Het beste product is Mr Proper Magic Eraser Wondergum, gewoon verkrijgbaar in elk groot warenhuis, in combinatie met zuiver water. Het reinigt als de beste. Poedercoating is eigenlijk identiek hetzelfde als een natte lak. Ook in de wijze waarop je het kan repareren en nadien iets meer kan doen. Je kan het overlakken, polishen,…. De grondstof as such is dezelfde als een natte lak alleen zit er geen solvent in. Overlakken wordt zeker gedaan. Er zijn in België bepaalde gespecialiseerde bedrijven die ter plaatse de aluminium ramen komen overlakken met twee componenten polyurethaan naar iedere gewenste kleur. Ook structuurlakken, metallics, en zo verder.”

Inpakken
Frank De Cock verbaast zich over de manier waarop soms met gevelmaterialen op de werf wordt omgegaan. “Een keer men de gevel heeft geplaatst, lopen er nadien nog heel wat mensen op de werf. Profielen worden bij een lakker met handschoentjes vastgepakt, maar een keer op de werf, kijkt niemand nog naar het lakwerk. Terwijl dit eigenlijk hetzelfde behandeld zou moeten worden als de wagen. Een zak cement ga je toch niet van voor naar achter over een wagen sleuren? Doe je toch niet? Nee, maar het gebeurt op de werf wel. Een lak blijft een organisch iets, het is geen krasvast gebeuren.” Jarno van Lerberghe ziet als opkomende trend dat veel gevelmaterialen die beschadigd kunnen raken op de werf met een folie worden ingepakt. “Pas daar wel mee op,” weet Frank De Cock. “Profielen of gevelcassettes die met een plastic folie worden ingepakt ter voorkoming van beschadiging, worden veel buiten geplaatst in de zon. Ze worden dan meer dan 70 graden warm en koelen ’s avonds weer af. Zo ontstaat er vocht tussen de folie en het profiel, dat de coating gaat opnemen. En dat uit zich in vale, melkachtige plekken. Vaak wordt geroepen dat het slecht is gelakt. Dat is absoluut niet waar. De oplossing is om het opnieuw op te warmen bijvoorbeeld lokaal met een haardroger. Bij grotere vlekken gaat het een keer opnieuw door de moffeloven en is het ook weg.” Jarno van Lerberghe: “Om te voorkomen dat de coating vocht opneemt, is de nieuwste techniek om folie zoals een coating aan te brengen met een spuitpistool. Het droogt uit als een lak en er komt geen vocht meer tussen.”

Duurzaam
Als we de wereld mogen geloven, is tegenwoordig iedereen duurzaam bezig. Hoe is het gesteld in de bouw? Jim Wuyts: “Het hele Energieprestatiecertificaat (EPC) is op dit moment een virtueel iets en daardoor vaak een maat voor niets. Het is puur een berekeningswijze. Je kan met allerlei parameters spelen, en een E30 of E40 peil halen heeft niets meer te maken met de kwaliteit van een gebouw. In Nederland heb je het fenomeen van de nul-op-de-meter woning. Dat is net hetzelfde. Het kan het meest ongezonde gebouw in de wereld zijn, maar leg wat extra zonnepanelen en installeer een warmtepomp en je haalt je ‘waarde’. Het zegt dus gewoon niets. Maar als je vandaag nog toelaat dat men kan freewheelen met het doel subsidies te verkrijgen, dan zijn we verkeerd bezig. Het wordt steeds duurder en gecompliceerder, dus men zoekt ook steeds meer naar andere manieren en ‘uitwegen’. En dat geldt op alle vlakken. Ik kijk alvast uit naar het effect van het nieuwe S-peil.” Dat gaat nog interessante uitdagingen geven.

De heren aan tafel geven hieronder ieder een korte toelichting op de laatste innovaties en ontwikkelingen binnen hun vakgebied.

Eddy Baele van Alinel: “Of het nu over een poort, voordeur of een raam gaat, steeds worden we geleid door de vraag hoe de functie zo minimalistisch mogelijk kan ingevuld worden in het gevelvlak. De functie verdwijnt als het ware in de vorm. Dit staat in contrast met de klassieke benadering om eerder de gevelfuncties te benadrukken. Wij keren het om en willen ze net gaan integreren, waardoor een functioneel design ontstaat. Wij willen dat onze oplossingen aanwezig zijn, zonder te domineren. We proberen dus mee te denken met architecten en tegemoet te komen aan de wensen van de architect. Eveneens naar profilering toe, waarbij we de architect inspraak geven in de esthetiek van het profiel. Wij gaan de technische haalbaarheid bekijken en verzorgen.”

Jim Wuyts van Innoceal: “We zijn gespecialiseerd in luchtdicht bouwen met een resultaatgerichte totaalaanpak. Deze maakt het mogelijk om, in samenspraak met aannemer en architect, elke eis te behalen, ook de strengste.. Behalve 100% engagement bieden we daarbij ook de noodzakelijke kwaliteitsborging. Door onwetendheid van een architect of aannemer heeft men er namelijk totaal geen zicht op of dit specialistische werk al dan niet goed wordt uitgevoerd. Onze werkwijze ontzorgt de aannemer en de architect, zowel met advies over details, bouwmaterialen en bouwwijzen, als in de uitvoering, en maakt het mogelijk om al een stuk vroeger in het proces de zekerheid te bieden dat men de eis zal behalen. En dit doen we steeds met succes en straffe resultaten.

Frank De Cock van Axalta: “Wij leveren een bijdrage aan het design van een façade en spelen daar een behoorlijke rol in. Als een architect een gebouw ontwerpt, heeft hij twee aspecten in gedachten: een vorm en een kleur. Wij denken niet in kleurloze ontwerpen. Als verffabrikant hebben wij een belangrijke rol in het kleurontwerp, de kleuremotie. We brengen bepaalde collecties op de markt die de laatste trends volgen, zoals Iconica met Reynaers Aluminium en de ‘Eloxal Selection’. Het is een nieuw pakket van veertig nieuwe kleuren, specifiek voor de gevelbouw. RAL 9005 is hot, maar zeker en vast op projectbasis heeft men behoefte aan andere, onderscheidende kleuren. We leveren bepaalde tools aan de architect die mee de beleving gaan geven richting kleuren en effecten. In onze Colour Experience Rooms zijn meer dan 1.200 kleuren aanwezig en kan de architect zich laten onderdompelen in kleur. In de Benelux zijn we dan ook al 25 jaar marktleider op gebied van coatings op aluminium.”

Jarno van Lerberghe van Hevadex: “Een uitdaging op vlak van luchtdichting, waterdichting, bescherming of reiniging, wij leveren de passende oplossing. We zijn voortdurend bezig met het verbeteren van onze producten. Zo hebben we laatstleden onze Omniguard, voor tijdelijke bescherming op ramen en profielen, laten testen. Ze kunnen een gegarandeerde hoge Uv-belasting weerstaan en zijn getest op zes maanden ‘Dubai zon’ zonder effect op de profielen en coating. Daarnaast zijn we bezig met de ontwikkeling van nieuwe applicatiemethodes, zoals anti-corrosie voor coatings die op een metalen betonbekisting worden aangebracht. Ook kunnen we prefab zichtbeton tijdelijk beschermen met een folie om beschadigingen gedurende de werf te voorkomen. Zo blijven we constant zoeken naar nieuwe applicatiemethoden en producten.”

Stephan Rogge van Outdoor Wood Concepts: “We trachten met hout een architecturale meerwaarde te creëren en schuwen daarbij zeker geen andere materialen in. Bij ieder nieuw product zijn het drie thema’s die we meenemen in de beoordeling: nature, design en innovation. Minstens twee moeten er aan bod komen vooraleer we een nieuw product lanceren; of het nu gaat om een tuinwand of een gevelbekledingsprofiel. We zijn van mening dat een houten gevelbekleding meer is dan een geschaafde plank. Dat trachten we duidelijk te maken naar de architect en plaatser. Wij ontfermen ons over de volledige gevelopbouw, bieden technische ondersteuning en beschikken over 200 uitgewerkte technische details. Ons Woodface gevelconcept is een prachtig alternatief voor een gevelbekleding met open lattenwerk, waarbij de combinatie met aluminium de indruk wekt van een ‘schaduwvoeg’. Daarmee valt Woodface onder de normering van een gesloten gevelbekleding. Op onze website is er een tool ter beschikking om na te gaan of de houten open gevelbekleding conform is.”